Levendige discussie over de donut economie

Logo VPRO Tegenlicht

Aanwezige deskundigen

De werkgroep Tegenlicht Meet Up slaagde er weer in om een drietal gasten naar Bredevoort te halen die in hun werk te maken hebben met duurzaamheid. Zij zwengelden elk vanuit hun deskundigheid en ervaring de discussie met de zaal aan. Daarbij werd hen steeds een stelling voorgelegd, gekoppeld aan een fragment uit de Tegenlicht-uitzending. Ook werden ze uitgenodigd hun eigen ervaringen op hun vakgebied te delen met het aanwezige publiek.

 Ben Sonneveld

Ben Sonneveld

Ben Sonneveld is milieuwetenschapper aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn wetenschappelijke belangstelling gaat uit naar projecten in landdegradatie en watermanagement, vooral in woestijnachtige gebieden. Hij heeft momenteel projecten in de Jordaanvallei, in Benin en in de Afar-regio van Ethiopië. Ben is goed ingevoerd in de processen die leiden tot verbeterde agrarische productie. Naast zijn werk als milieuwetenschapper is Ben fractieleider van de fractie Leefbaar Zeewolde en vice-voorzitter van de Gemeenteraad van Zeewolde.

Nanke den Daas

Nanke den Daas

Nanke den Daas is verbonden aan de Den Daas Groep te Doetinchem. Het familiebedrijf Den Daas bestond tot voor kort uit twee steenfabrieken, te Azewijn en te Winterswijk, en vier jachthavens. Circulair denken gaat bij de Den Daas Groep al meer dan 40 jaar terug toen Den Daas senior het initiatief nam om afgewerkte leemputten te herontwikkelen als jachthavens. Daas Baksteen heeft zich in dezelfde periode onder de leiding van Gert Jan den Daas sterk gemaakt voor hergebruik van grondstoffen. Daas Baksteen heeft een vooraanstaande rol bij het ontwikkelen van duurzame productiemethoden. Cradle to Cradle and circulair denken vindt men belangrijk.

Jan Willem van de Groep

Jan Willem van de Groep

Jan Willem van de Groep is een toonaangevend expert op het gebied van de energietransitie. De afgelopen zeven jaar was hij werkzaam als programmamanager van Energiesprong. Voor zowel de bouwsector als de overheid is hij een veelgevraagd spreker en inspirator. In 2015 is Jan Willem gekozen als nummer 1 van de Duurzame Top 50 bouw en vastgoed.

In het Boekencafé van de Koppelkerk te Bredevoort dachten ruim 40 mensen vrijdagavond 12 oktober 2018 mee over een duurzame samenleving, en hoe die te bereiken. Opvallend veel gasten uit de wijde omgeving van Bredevoort. Daarmee wordt de regionale functie van meet ups en Koppelkerk aangetoond.

Tegenlicht-uitzending: Donut economie

Centraal in de discussie stond de Engelse econome Kate Raworth die in 2017 haar boek ‘Doughnut Economics’ publiceerde. Hierover is een Tegenlicht-uitzending geproduceerd. Deze werd om 19.00 uur getoond. Essentie: de samenleving is hard op weg de grenzen aan de groei te bereiken, met als gevolg dat grondstoffen uitgeput raken en het milieu zwaar lijdt. Dat zal anders moeten als we willen dat de samenleving toekomst heeft. Als we bovendien willen dat er voor elk mens een bestaansminimum is, dan moet er ook een bestaansmaximum gesteld worden.

Ideeën van Kate Raworth: de donut economie

De huidige economische theorie vereist groei om stabiliteit te geven aan de samenleving. Meer productie, meer consumptie, meer verbruik van grondstoffen en een telkens zwaardere impact op het milieu. Onbeperkte groei kan niet duurzaam zijn. De natuur leert ons dat groei uiteindelijk altijd geremd wordt. In de natuur roept groei altijd een prikkel op die de groei afremt. In principe zal dat met economische groei ook gebeuren. Dennis Meadows identificeerde in het rapport van de Club van Rome (1972) schaarste van grondstoffen en voedsel, en vergiftiging van het milieu als voornaamste prikkels die uiteindelijke de groei van de samenleving zullen afremmen indien er niet ingegrepen wordt.

Kate Raworth stelt tegenover dit wereldbeeld van de klassieke economie – en een catastrofaal einde ervan – een andere, positievere toekomstvisie: de donut economie, waarbij kwaliteit van leven voor alle mensen centraal staat. Een minimumniveau van welstand houdt daarbij automatisch ook een maximum niveau van welstand in. Duurzaamheid, kringloop, circulaire economie, cradle to cradle zijn de sleutelwoorden in deze nieuwe economie.

De uitzending is terug te zien via deze link: Tegenlicht aflevering De Donut Economie

Discussie: economische groei en de noodzaak tot afbouw daarvan

Een tweetal fragmenten leidden de discussie in. De eerste betrof de stelling van Kate Raworth dat de economische theorie verouderd is, want gebaseerd op concepten die golden in de 19e en 20e eeuw. Het tweede fragment liet zien dat Kate betoogde dat alleen afbouw van de groei toekomst heeft. Dat leidde tot een tweetal stellingen.

  • Verouderde economische concepten kunnen geen vernieuwing brengen
  • De samenleving heeft alleen toekomst als we de groei weten af te bouwen

Opvallend was dat de aanwezige deskundigen het hier niet met elkaar eens waren. Ben Sonneveld betoogde dat juist de oude economische recepten toepasbaar zijn als je maar uitgaat van de stelling dat alles van waarde een prijs heeft. En dat wanneer een goed schaars is, er een hogere prijs geldt. Dat betekent dat je milieu, landschap, vervuiling een waarde moet toekennen die in de vorm van een prijs betaald moet worden. Dan krijg je vanzelf een soort evenwicht.

CO2-uitstoot

Jan Willem van de Groep stelde daarbij dat het allergrootste probleem op dit moment de CO2-uitstoot is. Een deel daarvan zal lineair moeten worden opgelost (prijsmechanisme), maar een belangrijk deel ook circulair, zoals Kate Haworth perfect demonstreerde aan de hand van het voorbeeld van een ecosysteem.

Waarde toevoegen

Nynke den Daas zag een verbinding in het “waarde toevoegen” van nu kosten opleverende activiteiten: bijvoorbeeld het opruimen van plastic afval. Daarbij merkte ze op dat iedereen zich realiseert dat de groei stopt, alleen weet niemand hòe. Waarderen we balans of waarderen we groei?

Groeien kan wél

Ben Sonneveld was het daar niet mee eens. Groeien kan wèl was zijn stelling en is noodzakelijk om de 800 miljoen mensen te voeden die nu honger hebben. Het is wel belangrijk duurzaam te groeien met een juiste verdeling, met natuurlijke hulpbronnen. Een afvlakkende economie is niet de panacee voor alle problemen, stelde hij.

De donut economie: wat is dat?

In het derde fragment werd de donut economie geïntroduceerd. Kate Raworth legde uit dat de grenzen aan de groei aan de buitenkant hard ziijn. Dit zijn echte grenzen. Aan de binnenkant (het gat in de donut) is ruimte genoeg om te vullen.

Dat leidde tot stelling 3:

  • Wanneer we erkennen dat alle mensen recht hebben op een bestaansminimum betekent dat ook dat er een maximumgrens aan de individuele consumptie moet zijn

Vanuit de zaal werd de vraag opgeworpen in hoeverre “ikzelf wil veranderen”. Het “gat” in de donut gaat niet alleen over hebben, maar ook over zijn. Over democratie. Over ongelijkheid en zorg hebben voor de gelijkheid; over draagvlak in de westerse samenleving.

Wat dat betreft lijkt de binnenkant van de donut volgens Jan Willem van de Groep op de 17 klimaatdoelen van de Verenigde Naties. Dat kan best in een duurzaam groeimodel, waarbij concurrentie een duurzaam voordeel kan opleveren. Volgens Ben Sonneveld helpen allerlei footprints van Westerse mensen op dit moment de armen in de wereld niet. Vanuit de zaal werd aangegeven dat het BNP (Bruto Nationaal Product) een foute parameter is. Dat gaat over de markt. De binnenkant van de donut gaat over zorg, wederkerigheid etc.

Tekst gaat verder onder de foto.

verslag meet up 12 oktober

Zo simpel als een tuinslang

Fragment 4 ging over de circulaire economie: wat afval is in de ene keten wordt grondstof voor een andere productieketen. Hierin legt Kate op weergaloze wijze uit hoe simpel het is om een circulaire economie te bereiken: je koppelt gewoon begin en en einde van een stuk tuinslang aan elkaar.

We hebben nationale en internationale afspraken nodig om tot verduurzaming van de economie te komen, luidde stelling 4.

Onder zowel de aanwezige deskundigen als vanuit het publiek was er de nodige scepsis over internationale afspraken. Kijk naar de CO2-emissiehandel: dat werkt niet en zal niet gaan werken. Er lijkt dus meer dwang nodig.

Circulariteit in de landbouw

Volgens Ben Sonneveld is de landbouw een voorbeeld van een sector waar circulariteit kan werken, omdat de boer eigenaar van het hele proces is. Uiteraard spelen hier de agro-business – de voedselgiganten – een tegengestelde rol in, maar in wezen kan de landbouw circulair zijn. Volgens Jan Willem van de Groep moet er wel soms een keuze gemaakt worden tussen circulariteit en duurzaamheid. Zijn innovatief dakmateriaal (pur met zonnepanelen) is wel erg duurzaam, helpt tegen de CO2-emissie, maakt het bouwen aantrekkelijk, maar het gebruikte materiaal is niet circulair. Doorgaan daarmee of niet? 95% van het publiek concludeert: doorgaan.

Het “netwerkmodel”

Over het algemeen is men wel verrast en enthousiast over het lokale “netwerkmodel” van Kate Raworth, waarin de beginnetjes en de eindjes van de productieketens door elkaar aan elkaar geknoopt worden. De stap wordt gemaakt naar disruptie. Dat heeft ook te maken met een duurzame economie. Een beroep als journalist lijkt te verdwijnen (opkomst van initiatieven als De Correspondent en Trikker). Musici en kunstenaars worden gedwongen als zzp-er slechte arbeidsvoorwaarden te accepteren. Aan de ene kant is het niet erg dat beroepen verdwijnen (lantaarnopstekers). Aan de andere kant lijkt de economie te veel te draaien op flexwerk, mantelzorgers, vrijwilligers. Dat kan niet tot in lengte van jaren duurzaam zijn.

Verdieping
Kunsten
Boeken