Tegenlicht : Hoe voeden we 9 miljard monden?
Dat is de centrale vraag in de Tegenlicht-uitzending “Boer zoekt voedselflat”. Die uitzending was basis van een meet-up op vrijdagavond 16 juni in de Koppelkerk te Bredevoort. Er waren drie spraakzame en deskundige gasten. André Wikkerink, geboren in ’t Klooster, varkensboer in Sinderen (500 zeugen) en lid van LTO-bestuur Oost-Achterhoek. Leo Lamers, zelfstandig adviseur van o.m. milieuorganisaties en overheden, 36 jaar werkzaam geweest bij Arcadis, auteur van o.a. “Het grote groene misverstand”. Tenslotte Jan Willem van der Schans, landbouwprofessor aan de WageningenUniversiteit die wereldwijd onderzoek doet naar de sociaal-economische gevolgen van de veranderingen in de landbouw.
Vooraf een drietal “opwarmers”. De Tegenlicht-uitzending “Boer zoekt voedselflat”gaat over de ontwikkelingen van stadslandbouw en verticale landbouw. Dat lijkt geen kwestie van boeren en tuinders, maar van ict-ers, kunstenaars en hipsters. Leuken voorbeelden uit Brooklyn (New York). Deze wijze van produceren heeft voordelen: uitbannen van ziektes, pesticiden, minimaal gebruik van grond en het komt tegemoet aan de behoefte van de stadsmens om lokaal, direct en vers voedsel.
Leo Lamers gaf een korte pitch over de huidige problemen voor o.m. het milieu in de westerse landbouw. Hij kwam tot de volgende conclusie:
- Mestverwerken laat de mest niet verdwijnen, gaat niet werken
- Krimp veestapel naar in ieder geval grondgebondenheid: 35% minder mest = mest van alle varkens en kippen in de Achterhoek: goed voor water, natuur en leefmilieu.
- Landbouw schoner, richting biologisch
- Maar: Intensiveren/groei is waarschijnlijker dan extensiveren, spontane krimp onwaarschijnlijk (zie grondprijs)
- Tenzij veel meer consumenten veel meer biologisch/milieuvriendelijk gaan kopen (nu 3% van kopers en oppervlakte landbouw
André Wikkerink legde uit hoe hij met zijn 500 zeugen (geen export) aan het boeren is. Volgens hem zijn er grote stappen gemaakt door de sector zelf om de negatieve gevolgen (uitstoot) tegen te gaan. De kwestie is ook niet zozeer in de toekomst van de hoeveelheid voedsel maar van de verdeling en wie het kan betalen.
Het publiek discussieerde mee over drie stellingen en fragmenten uiit de film:
- Als we 9 miljard mensen willen gaan voeden, zullen we nog meer moeten intensiveren en ingrijpen in de bestaande landbouwmethodes.
- We exporteren veel, maar blijven de problemen die zo een hoge productie oplevert niet te zwaar drukkend achter in ons eigen land?
- Welke Achterhoekse ervaring en kennis heeft waarde voor de innovatie van voedselsystemen?
Daarbij zijn –nu hij er toch was- de opvattingen van prof. Van der Schans interessant. Gezien de onstabiele geo-politieke situatie pleit hij wel voor zelfvoorzienendheid (lokale productie). Daarvoor moet je “waarde toevoegen”aan je lokale producten: Livar varken, Beemster-kaas, Achterhoek merk. Dat kan ook voor de export.
Richt je niet meer op de bulk maar op waarde-creatie. Dat willen bijv. Duitsers ook wel. Natuurlijk is de kassenproductie en de verticale (stadslandbouw) een heel interessant gedachtenexperiment. Maar dan ook vooral omdat die laatste mensen aantrekt uit niet-landbouwkringen. Die kunnen out-of the box denken. Volgens Jan Willem hebben we in Nederland geen kunstmest nodig.
Leo Lamers pleitte sterk vor het verminderen van de vlees- en mestproductie. En ook de weg opgaan van lokale productie en consumptie met daarbij een flinke herbezinning op de veel te lage voedselprijs.
Joop Wikkerink